Skip to the main content

Statuten BVK

 

Statuten

Bridgevereniging De Kwakel (BVK)

peildatum 1 april 2007

Deze nieuwe statuten zijn in overeenstemming met het “model statuten”, dat door de Nederlandse Bridgebond is uitgegeven en aangepast op de regelen/situatie van de BVK.

Laatste wijziging model BVK (oud): 14 augustus 1989 door notaris Mr. A.J. Gitzels te Uithoorn n.a.v. het besluit van de algemene ledenvergadering BVK – gehouden op 24 januari 1989 – om de statuten op een aantal punten te wijzigen.

 

 

 

Naam en Zetel

Artikel 1

  1. De vereniging draagt de naam:

”Bridgevereniging De Kwakel” (BVK)

Zij wordt in deze statuten verder aange­duid als

“de ver­eni­ging”.

  1. Zij heeft haar zetel te De Kwakel (gemeente Uithoorn).

 

Oprichtingsdatum, verenigingsjaar

Artikel 2

  1. De vereniging werd opgericht op 13 augustus 1986 en wordt thans aangegaan voor onbe­paalde tijd.
  2. Het verenigingsjaar loopt van één (1) september tot en met éénendertig (31) augustus daaropvolgend.

 

Doel

Artikel 3

De vereniging heeft ten doel de beoefening van het bridgespel in de meest uitgebreide zin des woords te bevorderen alles in overeenstem­ming met de regels welke de Nederlandse Bridge Bond en het district waartoe de ver­eniging behoort daarvoor vaststellen.

De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:

  1. lid te zijn van de Nederlandse Bridge Bond;
  2. lid te zijn van het district, waartoe de vereniging krachtens de indeling van de Nederlandse Bridge Bond behoort; en
  3. het organiseren van- en het deelnemen aan wedstrij­den en com­pe­tities en verder door alles te doen wat voor de beoe­fening van het bridgespel nuttig kan worden ge­acht.

 

Leden en Begunstigers

Artikel 4

  1. De vereniging kent twee soorten leden, te weten: gewone en ereleden, terwijl de vereniging daarnaast begunstigers kent.
  2. Leden van de vereniging zijn natuurlijke personen, die als lid van de vereniging zijn aangenomen overeenkomstig de daar­toe bij het Huis­houdelijk Reglement vast te stellen rege­len.
  3. Ereleden zijn natuurlijke personen, die zich jegens de vereniging op bijzondere wijze hebben onder­scheiden en als zodanig door de algemene verga­de­ring zijn benoemd, op voordracht van het bestuur of van één of meer leden.
  4. Begunstigers zijn zij die zich bereid ver­klaard hebben de ver­eni­ging financieel te steunen met een door de algeme­ne verga­dering vast te stellen minimumbijdrage.
  5. Begunstigers hebben geen andere rech­ten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toe­ge­kend en opgelegd.

Toelating

Artikel 5

  1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden en be­gunsti­gers.
  2. Bij niet-toelating tot lid of begunstiger kan de algemene verga­dering alsnog tot toe­la­ting besluiten.

 

Register

Artikel 6

Het bestuur houdt een register, waarin de namen en de adres­sen van de leden, erele­den en begunsti­gers zijn opge­nomen.

 

Einde van het lidmaatschap

Artikel 7

  1. Het lidmaatschap eindigt:
  2. door opzegging door het lid;
  3. door opzegging door de vereniging.

Deze kan ge­schie­den wan­neer een lid zijn verplichtingen jegens de vereni­ging niet nakomt, alsook wanneer redelijker­wijs van de vereni­ging niet gevergd kan worden het lid­maat­schap te laten voortduren;

  1. door ontzetting.

Deze kan alleen wor­den uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onre­delijke wijze bena­deelt;

  1. door overlijden van het lid;
  2. door royement door de vereniging of door de Neder­landse Bridge Bond.
  3. Opzegging door de vereniging en ontzet­ting uit het lid­maat­schap geschiedt door het bestuur.
  4. Opzegging van het lidmaatschap door leden en ereleden kan slechts geschieden door een schriftelijke kennisgeving, die uiterlijk vier (4) weken voor de laatste dag van het verenigingsjaar in het bezit moet zijn van het bestuur. Het lidmaat­schap kan echter onmid­del­lijk worden beëindigd indien van de vereni­ging of van het lid redelijkerwijs niet ge­vergd kan worden het lid­maat­schap te laten voort­du­ren.
  5. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaat­schap eindigen op het vroegst toegela­ten tijd­stip volgende op de datum waartegen was opge­zegd.
  6. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaat­schap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van gel­delijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
  7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereni­ging op grond dat een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet na­komt, alsook dat redelijkerwijs van de vereni­ging niet gevergd kan worden het lidmaat­schap te laten voort­duren en van een besluit tot ontzetting uit het lid­maat­schap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennis­ge­ving van het besluit beroep open op de algemene vergade­ring. Hij wordt daartoe ten spoe­digste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis ge­steld. Geduren­de de be­roepstermijn en hangen­de het beroep is het lid geschorst, met dien verstande evenwel dat het ge­schorste lid het recht heeft zich in de algemene vergade­ring, waar­in het in dit lid bedoelde be­roep wordt behan­deld, te verantwoorden.
  8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een vereni­gings­jaar eindigt, blijft desniet­temin de jaarlijkse bijdrage voor het ge­heel verschuldigd, tenzij het bestuur anders beslist.

 

Einde van rechten en verplichtingen begunstigers

Artikel 8

  1. De rechten en verplichtingen van een begunstiger kun­nen wederzijds door op­zegging overeenkomstig de bepa­lingen in het huishoudelijk reglement worden beëindigd behou­dens dat de jaarlijkse bij­drage over het lopende vereni­gingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
  2. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.

 

Geldmiddelen en jaarlijkse bijdragen

Artikel 9

  1. De geldmiddelen van de vereniging be­staan uit de jaarlijk­se bijdragen van de leden en de begunstigers, inleggel­den, boetes, schenkingen en uit eventuele andere baten.
  2. De begunstigers zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse minimumbij­drage, die door de algemene verga­de­ring zal worden vastgesteld.
  3. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeel­telijke onthef­fing van de verplichting tot het beta­len van een bijdrage te verlenen.

 

Bestuur

Artikel 10

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie per­sonen, die door de algemene verga­de­ring worden benoemd. De benoe­ming ge­schiedt uit de leden.
  2. De benoeming van bestuursleden ge­schiedt uit een of meer bindende voor­drachten, behoudens het bepaalde in lid 3. Tot het opmaken van zulk een voor­dracht zijn bevoegd zowel het bestuur als of meer leden. (wat betekent “als ? of meer leden”; vraag Huub Kamp en ook Jan Heijlman geeft aan dat hier een “aantal” leden ontbreekt). Ik denk dat het moet zijn: … zowel het bestuur als tien of meer leden (is 10 akkoord?).

De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de verga­dering mee­gedeeld.

Een voordracht door tien (ook hier aanvullen) of meer leden moet voor de aanvang van de ver­ga­dering schrifte­lijk bij het bestuur worden ingediend.

  1. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontno­men door een met ten minste tweederde van de uitge­brachte stemmen genomen besluit van de alge­mene verga­dering, geno­men in een ver­gadering waarin ten minste twee­derde van het aantal leden aanwezig of verte­genwoor­digd is.
  2. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergade­ring overeen­kom­stig het voorgaande lid de opge­maakte voor­drachten het bindend karakter te ontne­men, dan is de algemene vergade­ring vrij in de keus.
  3. Indien er meer dan een bindende voor­dracht is, geschiedt de benoe­ming uit die voordrachten.
  4. Om voor benoeming In in (tikfout: Huub Kamp) aanmerking te komen moet een lid meerderja­rig zijn.

 

Bestuursfuncties – Besluitvorming van het bestuur

Artikel 11

  1. De bestuursleden die de functie van voorzitter, vice-voor­zit­ter, secreta­ris, penningmeester en wedstrijdse­cretaris zullen bekle­den worden als zodanig benoemd. Een be­stuurslid kan meer dan één functie bekleden.
  2. Het bestuur kan uit zijn midden voor ieder der in het eerste lid genoemde functiona­rissen een vervanger aanwijzen.
  3. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opge­maakt, die door de voorzitter en de se­cre­taris worden vastgesteld (en onderte­kend). In overeen­stem­ming met hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de tot­standko­ming en de inhoud van een besluit beslis­send.
  4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nade­re regelen aan­gaande de vergaderin­gen van en de besluitvorming door het be­stuur worden gegeven.

 

Einde bestuurslidmaatschap – periodiek        aftreden – schorsing

Artikel 12

  1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergade­ring wor­den ontslagen en geschorst. Een schor­sing die niet binnen drie maanden ge­volgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk 2 jaar na zijn benoe­ming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftre­ding. De aftredende is herkiesbaar. Wie in een tussen­tijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voor­ganger in.
  3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door overlijden van- en bedanken door het bestuurslid of het eindigen van zijn lidmaat­schap van de vereniging.

 

Bestuurstaak – Vertegenwoordiging

Artikel 13

  1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het be­stuur belast met het besturen van de vereniging.
  2. Indien in het bestuur één of meer vacatures ontstaan, blijven de overblijvende bestuursleden een bevoegd college vormen.
  3. Echter indien het aantal zitting hebbende bestuursleden minder bedraagt dan drie, zijn de overgebleven bestuursleden, casu quo het overgebleven bestuurslid, binnen een termijn van één maand na het ontstaan van de vacature(s) verplicht een algemene vergadering bijeen te roepen, (punt wordt komma; Huub van Beem) waarin de voorzie­ning in de open plaats of de open plaat­sen aan de orde komt.
  4. Het bestuur is bevoegd onder zijn verant­woordelijkheid bepaal­de onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commis­sies of door één of meer personen die door het bestuur worden benoemd.
  5. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergade­ring, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreem­den of bezwaren van register­goe­deren, het sluiten van over­eenkomsten waarbij de ver­eniging zich als borg of hoofde­lijk medeschuldenaar ver­bindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zeker­heidsstel­ling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep wor­den gedaan. (deze laatste zin vindt Huub van Beem onduidelijk)
  6. Onverminderd het in de laatste volzin van (kan vervallen; er is maar één zin; Huub Kamp) lid 4 bepaalde wordt de vereniging in en buiten rechte vertegenwoor­digd: (deze eerste zin vindt ook Huub van Beem onduidelijk)
    1. hetzij door drie gezamenlijk handelen­de bestuursleden;
    2. hetzij door de voorzitter tezamen met één ander be­stuurs­lid.

 

Jaarverslag – Rekening en Verantwoording

Artikel 14

  1. Het bestuur is verplicht van de vermo­genstoestand van de vereniging zodani­ge aantekeningen te houden dat daar­uit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen wor­den gekend.
  2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behou­dens verlen­ging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een ba­lans en een staat van baten en lasten, reke­ning en verant­woording over zijn in het afgelopen boek­jaar gevoerd beleid. (dit laatste vindt Huub van Beem onduidelijk)
  3. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoor­ding in rech­te van het bestuur vorderen. (deze zin vindt Huub van Beem onduidelijk)
  4. De algemene vergadering benoemt jaar­lijks uit de leden en erele­den en leden van verdienste (kennen we niet; Jan Heijlman) een kascommissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onder­zoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de alge­me­ne vergadering ver­slag van haar bevin­dingen uit.
  5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boek­houdkun­dige kennis, dan kan de kascom­missie zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te ver­schaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en beschei­den der vereniging te geven.
  6. De last van de commissie kan te allen tijde door de alge­me­ne verga­dering wor­den herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere kascommis­sie.
  7. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 1 en 2 tien jaren lang te bewaren.

 

Algemene Vergadering

Artikel 15.

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdhe­den toe, die niet door de wet of de statu­ten aan het bestuur zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het vereni­gings­jaar, wordt een alge­mene vergadering – de jaarver­gade­ring – gehouden.

In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:

  1. het jaarverslag en de rekening en verantwoording be­doeld in artikel 14, met het verslag van de aldaar be­doel­de com­missie;
  2. de benoeming van de in artikel 14 genoemde com­mis­sie voor het vol­gen­de verenigingsjaar;
  3. voorziening in eventuele vacatures;
  4. voorstellen van het bestuur, de leden, de ereleden of leden van verdienste, (kennen we niet; Jan Heijlman) aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
  5. Andere algemene vergaderingen wor­den gehouden zo dikwijls het bestuur dit wen­selijk oordeelt.
  6. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek, met opgave van de te behan­delen on­derwerpen van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uit­bren­gen van één/­tiende gedeelte der stem­men verplicht tot het bijeen­roe­pen van een alge­mene verga­dering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het ver­zoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gege­ven, kun­nen de verzoekers zelf tot die bijeen­roe­ping over­gaan door oproe­ping overeen­kom­stig artikel 19.

 

Toegang en Stemrecht

Artikel 16

  1. Toegang tot de algemene vergadering heb­ben de leden en ereleden van de vereniging.

Geen toegang hebben geschorste le­den, behoudens het bepaalde in artikel 7 lid 6 en geschorste bestuursleden.

  1. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde perso­nen beslist het bestuur.
  2. Ieder lid van de vereniging dat niet ge­schorst is, heeft één stem.

De bestuursleden en ereleden zijn even­eens elk gerech­tigd tot het uitbrengen van één stem.

  1. Een lid kan slechts één ander lid schrifte­lijk machtigen na­mens hem zijn stem uit te brengen in de vergaderingen.

Van deze machtiging dient op een zodanige wijze te blij­ken, dat het bestuur deze vol­doende acht.

Ieder lid kan slechts één ander lid ter vergadering verte­gen­woordigen.

 

Voorzitterschap en notulen

Artikel 17

  1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzit­ter van de vereni­ging of bij diens afwezigheid door de vice-voorzit­ter.

Ontbreken de voorzitter en de vice-voorzitter dan treedt één der door het bestuur aan­gewezen plaatsvervangers als voorzit­ter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voor­zit­terschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.

  1. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aange­wezen persoon, notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastge­steld en ondertekend.

Zij die de vergadering bijeenroepen kun­nen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken.

De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.

 

Besluitvorming van de algemene vergade­ring

Artikel 18

  1. Het ter algemene vergadering uitgespro­ken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is geno­men is beslissend. Hetzelf­de geldt voor de in­houd van een geno­men besluit voor zover gestemd werd over een niet schrifte­lijk vast­gelegd voorstel.
  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspre­ken van een in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wan­neer de meerder­heid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stem­ming niet hoof­delijk of schriftelijk geschiedde, een stemge­rechtig­de aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stem­ming vervallen de rechtsge­volgen van de oorspronke­lijke stem­ming.
  3. Voor zover de statuten of de wet niets anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering geno­men met volstrekte meerderheid van de gel­dig uitge­brach­te stemmen.
  4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitge­bracht.
  5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de vol­strek­te meer­derheid heeft verkregen, heeft een tweede stem­ming, of ingeval van een bindende voor­dracht, een tweede stemming tussen de voorge­dragen kandidaten plaats.

Heeft alsdan weder niemand de volstrek­te meerderheid verkre­gen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken.

Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de perso­nen op wie bij de voorafgaande stem­ming is ge­stemd, evenwel uitge­zonderd de persoon, op wie bij die vooraf­gaan­de stemming het geringste aantal stemmen is uitge­bracht.

Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die perso­nen bij de nieuwe stemming geen stem­men meer kunnen worden uitge­bracht.

Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stem­men staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.

  1. Indien de stemmen staken over een voor­stel niet rakende ver­kiezing van perso­nen, dan is het verworpen.
  2. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzit­ter een schriftelijke stem­ming gewenst acht of één der stemge­rechtig­den zulks voor de stemming ver­langt. Schrif­telijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten brief­jes.

Besluitvor­ming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemge­rechtigde hoofdelijke stemming verlangt.

  1. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur geno­men, dezelfde kracht als een besluit van de alge­mene vergade­ring.
  2. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegen­woordigd zijn, kunnen geldige besluiten wor­den geno­men, mits met algemene stemmen, om­trent alle aan de orde komende on­der­werpen – dus mede een voorstel tot statu­tenwij­ziging of tot ontbinding – ook al heeft geen op­roeping plaatsge­had of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift om­trent het op­roepen en houden van ver­gaderingen of een daarmee verband houdende formali­teit niet in acht geno­men.

 

Bijeenroeping algemene vergadering

Artikel 19

  1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het le­den­register be­doeld in artikel 6. De ter­mijn voor de oproeping bedraagt tenmin­ste tien dagen.
  2. Bij de oproeping worden de te behande­len onderwerpen ver­meld, onvermin­derd het bepaalde in de artikelen 20 en 21.

 

Statutenwijziging

Artikel 20

  1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden ge­bracht dan door een besluit van de algemene ver­ga­dering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorge­steld. De sta­tuten zullen geen bepalingen mogen bevat­ten die onverenigbaar zijn met statu­ten en reglementen van de Neder­landse Bridge Bond, gevestigd te Utrecht en van het district waartoe de vereniging behoort.

Dit lid mag nimmer gewijzigd worden zonder verkregen schrif­telijke toestem­ming van de Nederlandse Bridge Bond.

  1. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter be­hande­ling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergade­ring een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedra­gen wijzi­ging woordelijk is opgenomen, op een daartoe ge­schikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehou­den. Bo­ven­dien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan alle leden toege­zonden.
  2. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee­der­de van de geldig uit­ge­brachte stemmen, in een verga­de­ring waarin ten minste tweederde van de leden tegen­woor­dig of vertegen­woor­digd is.

Is niet tweederde van de leden tegen­woordig of vertegenwoordigd, dan wordt na die vergade­ring een tweede vergade­ring bijeengeroepen, te houden binnen vier weken na de eerste vergade­ring, waar­in over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is ge­weest, ongeacht het aantal tegenwoor­di­ge of vertegen­woordigde leden, kan wor­den beslo­ten, mits met een meerder­heid van ten minste twee­derde van de geldig uitge­brachte stemmen.

  1. Een statutenwijziging treedt niet in wer­king dan nadat hier­van een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlij­den van de akte is ieder bestuurslid be­voegd.
  2. Tussentijdse voorstellen tot aanpassingen van de statuten worden conform art. 18 ter kennis gebracht van de algemene vergadering die kan besluiten om de goedgekeurde wijziging/aanpassing direct van kracht te laten zijn, vooruitlopend op aanpassing door de notaris op enig moment.

 

Ontbinding

Artikel 21

  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algeme­ne ver­ga­dering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeen­komstige toepassing.
  2. Bij ontbinding van de vereniging be­noemt de algemene vergade­ring min­stens twee vereffenaars, die gehouden zijn over hun beleid iedere drie maanden, dat de liqui­datie voortduurt, verant­woor­ding af te leggen. (dit laatste vindt Huub van Beem onduidelijk)
  3. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de alge­mene ver­gadering te bepalen zodanige doel­ein­den als het meest met het doel van de vereni­ging over­eenstem­men.

 

Huishoudelijk Reglement

Artikel 22

  1. De algemene vergadering kan bij Huis­houdelijk Reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, introduc­tie, het bedrag van de jaarlijkse bijdrage, de werkzaamhe­den van het bestuur, de vergadering, de wijze van uitoefe­nen van het stem­recht en alle verdere onderwer­pen waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.
  2. Wijziging van het Huishoudelijk Regle­ment kan geschieden bij besluit van de alge­mene vergadering, via een schrifte­lijk voor­stel door ten minste eenderde ge­deelte van de stem­gerechtigden van de vereniging, of op voorstel van het be­stuur.
  3. Het Huishoudelijk Reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met deze statu­ten of met de statuten en reglemen­ten van de Nederlandse Bridge Bond, gevestigd te Utrecht en van het district waartoe de vereniging behoort.

Dit lid mag nimmer gewijzigd worden.

 

-0-

Andere artikelen

Alerteren

De Nederlandse Bridge Bond (NBB) heeft alerteerregels beschreven. Die alerteer regeling werkt samen...

23/10/2022 - Hans Selman

Wedstrijdreglement

09/10/2022 - Hans Selman

Huishoudelijk Reglement BVK

  Huishoudelijk Reglement Bridgevereniging De Kwakel (BVK)   Laatste...

25/08/2021 - Hans Wagenvoort